Jean Philip De Tender, de netmanager van Eén, maakte maandag de balans op van het voorbije televisieseizoen. Hij toonde zich een tevreden man: “Ondanks de moeilijke financiële situatie heeft Eén zijn beste seizoen ooit achter de rug.”
Eén heeft afgelopen televisieseizoen een glansprestatie neergezet. In het najaar van 2008 en het voorjaar van 2009 kon de zender de openbare omroepopdracht beter dan ooit combineren met een hoge waardering van de kijker en de hoogste marktaandelen uit zijn geschiedenis: in vergelijking met vorig jaar klom het algemene marktaandeel voor de periode september tot mei van 30,5 procent tot 33,0 procent.
Mooie cijfers, maar die komen niet uit het niets. Netmanager Jean Philip De Tender: “Kijkcijfers en marktaandelen zijn voor een openbare zender geen doel op zich. Ze zijn niet meer dan het resultaat van een weloverwogen aanpak en een blijvende bekommernis om kwaliteit af te leveren. Eerst en vooral zijn we onverminderd blijven inzetten op onze ‘DNA- programma’s’ Blokken, De rode loper, De zevende dag en Thuis. Zij vormen de fundamenten van Eén. We hebben niet nagelaten om ze dit seizoen zowel vormelijk als inhoudelijk stevig te vernieuwen.
Ten tweede hebben we nieuwe programmatitels ontwikkeld en gelanceerd. De afgelopen negen maanden hebben maar liefst veertien nieuwe programma’s het licht gezien. We hebben daarbij bewust gevoelige onderwerpen een plaats op televisie gegeven. Denk maar aan Doodgraag leven, Voorbij de grens en Homeless World Cup.. Niet iedereen kijkt graag naar zo’n programma, maar wie kijkt, blijkt onder de indruk. Zo kreeg Voorbij de grens van de kijkers een bijzonder hoge waardering van 8,8 en was het daarmee het hoogst gewaardeerde televisieprogramma van het seizoen. Doodgraag leven deed het bijna even goed met een waardering van 8,5. We hebben de voorbije maanden ook internationaal gelauwerde fictie afgeleverd met De smaak van De Keyser en een heuse hype ontketend met Van vlees en bloed. Het consumentenmagazine Ook getest op mensen, ten slotte, heeft samen met het tweede seizoen van Volt bewezen dat ‘de debatfrequentie’ op woensdagavond werkt.
Ten slotte proberen we meer dan ooit efficiënt te produceren en slim te programmeren. Efficiënt produceren doen we bijvoorbeeld door het 6-uurjournaal uit te zenden vanuit een kleinere studio op de nieuwsredactie, zodat de technici die daardoor vrijkomen elders kunnen worden ingezet. Bij slim programmeren denk ik onder meer aan Dierendokters: Australië en Safari, twee budgetvriendelijke aankoopprogramma’s die door een goede timing op zondag ruim een miljoen kijkers trekken. Of aan Terug naar Siberië of De Bende van Wim, twee ijzersterke programma’s uit eigen huis die dit seizoen een tweede leven kregen op Eén.”
De eindbalans is dus uitermate positief. Eén is er met zijn gevarieerde aanbod meer dan ooit in geslaagd om heel Vlaanderen te bereiken en zijn openbare omroepopdracht ten volle te vervullen en dat binnen zeer moeilijke financiële contouren.