In De kinderpuzzel nemen Bart De Pauw en Tine Embrechts zeven koppels en 32 kinderen tussen tien en zestien jaar mee naar de Ardennen voor een spannend spel vol actie en avontuur. Het doel? Zo snel mogelijk te weten komen welke kinderen bij welke ouders horen. Maar dat is minder eenvoudig dan het lijkt.
De koppels kennen de kinderen niet, op twee na: hun eigen kinderen. De mama’s en papa’s krijgen drie weken de tijd om uit te vissen welke kinderen bij welke ouders horen en ‘de kinderpuzzel’ te leggen. Dat is moeilijker dan het lijkt. De koppels moeten elkaar leren kennen zonder vooroordelen, want voor de hand liggende gespreksonderwerpen als hun kinderen, hun beroep en de plek waar ze wonen zijn taboe.
Dubbelspionnen
Veertien kinderen horen dus bij de zeven koppels, maar om het die koppels wat moeilijker te maken, zijn er ook dubbelspionnen in het spel. Achttien andere kinderen spelen in opdracht van de programmamakers een dubbelrol. Hun enige doel: zo veel mogelijk verwarring stichten. Voor elk blond ventje dat bij een van de ouders hoorde, werd een ander blond kind geselecteerd. En voor elk West-Vlaams koppel is er wel een kind dat precies uit dezelfde streek lijkt te komen.
Opdrachten
Om de kinderen beter te leren kennen, mogen de mama’s en papa’s kinderen uitkiezen om samen opdrachten uit te voeren. Die opdrachten zijn meteen de enige gelegenheden waarop ouders en kinderen met elkaar in contact komen. De rest van de tijd leren de koppels elkaar beter kennen in hun gîte in Porte de Cielle, terwijl de kinderen twaalf kilometer verderop de tijd van hun leven hebben op een speciaal voor hen georganiseerd zomerkamp. Een opdracht is voor de koppels dus niet alleen een onderneming op zich, maar ook de kans bij uitstek om de andere deelnemers te horen spreken, hen uit te vragen of hun gedrag en tics te observeren, in de hoop gelijkenissen te ontdekken met andere deelnemers.
De kinderpuzzel: op zondag om 20.25 u. vanaf 21 februari op één