Op het einde van de 19de eeuw waren de lotgevallen van Léonce en Eugène Degrave maandenlang voorpaginanieuws in Belgische, Franse en bij vele buitenlandse kranten. Hun levensverhaal is één wereldwijd avontuur vol picareske ervaringen, heldendaden en ontberingen. De Oostendenaars voelden zich thuis op de meest chique recepties, gingen als zakenlui multinationale transacties aan en werden door het Franse gerecht ter dood veroordeeld wegens meervoudige moord en piraterij. Die straf werd later omgezet in levenslange dwangarbeid op Duivelseiland, waar kapitein Dreyfus een tijdlang hun “buur” was. In de loop van hun proces waren de Franse en Belgische openbare mening verdeeld over hun schuld. Het kamp dat in hun onschuld geloofde, richtte een verdedigingscomité op dat de steun genoot van de hoogste Belgische kringen.
De gebroeders Degrave leverden stof voor talloze persberichten, een vervolgroman, een toneelstuk (o.a. in België - geproduceerd door de KVS -, in Duitsland en in de Verenigde Staten). Jules Verne liet zich door de Degraves inspireren voor zijn roman "Les frères Kip" en zij stonden model voor wat Steve McQueen en Dustin Hoffman in de verfilming van de roman "Papillon" vertolken.