De eurocrisis treft de Griek in de straat diep. Heel erg diep. Dat kon Koppen-reporter Lin Delcour met eigen ogen vaststellen in Athene en de omliggende steden. Werkelijk overal vallen de crisisverhalen te rapen; aan de universiteiten, in de winkelstraten, de uitgangsbuurten, maar ook in de belastingskantoren, waar verontwaardigde Grieken moeten aanschuiven om allerlei extra belastingen te betalen.

Ook Vlamingen bevestigen de bikkelharde crisissfeer. Carine Van Lommel woont samen met haar man en twee kinderen al twintig jaar in Livanates, op zo’n 150 km van Athene. “Mijn zoon heeft uit geldgebrek zijn studies moeten stopzetten, ik heb een houtkachel gekocht om mijn huis te verwarmen en mijn auto rijdt al een tijdje op LPG.”

“De Grieken besparen op dit moment op alles. Er zijn zelfs buren die een moestuin hebben aangelegd om hun eigen groenten te kunnen kweken.” Carine heeft een winkel in schoolartikelen, maar de zaken gaan slecht. “Mensen lenen of kopiëren liever boeken van elkaar dan ze nieuw te kopen. Dit mag voor mij niet te lang meer duren, ik denk er zelfs aan terug te keren naar België.”

Oorlogstoerisme Westhoek floreert
Morgen wordt het einde van de Eerste Wereldoorlog herdacht. In de Westhoek raakten meer dan een miljoen soldaten verwond, vermist of gedood. Elk jaar bezoeken zo'n 350.000 toeristen de oorlogskerkhoven, de slagvelden en musea over WO I. Maar liefst 4 op de 10 toeristen zijn Britten.

Koppen volgt de London Nautical School tijdens een georganiseerde rondreis in de Westhoek. Evan, een van de leerlingen van de Engelse school, verloor een familielid in de Grote Oorlog. “Mijn overgrootvader stierf in de slag om Passendaele en daarom voel ik me enorm verbonden met deze plek. Ik kom dan ook naar hier om mijn respect te betuigen.” Maar het oorlogstoerisme is ook big business, jaarlijks goed voor zo’n 35 miljoen euro. “Zonder het oorlogstoerisme zou de Westhoek allicht het achtergestelde gebied gebleven zijn wat het was in de jaren 60 en 70”, zegt conservator van het Memorial Museum Passchendaele, Franky Bostyn. Of zoals de oudste Last Post-blazer van Ieper zegt: “Zonder de Menenpoort zou Ieper al lang dood zijn geweest.”

Jong en bijna voetbalprof
De jeugdwerking van de Belgische voetbalclubs wordt steeds professioneler. Koppen volgt twee jonge talenten de klok rond. “We trainen twee keer per dag”, vertelt Siebe Schrijvers, vijftien jaar en voetballer bij Racing Genk. “Een busje van de ploeg brengt ons overal naartoe. En ’s middags brengt een cateringbedrijf ons eten.” Voor de begeleiding zorgen toptrainers, kinesisten en fysieke coaches.

Steeds vaker gaan voetbaltalenten naar een topsportschool. De club waar ze spelen, werkt nauw samen met die scholen. “Ik krijg de kans om tijdens de schooluren bij mijn club te gaan trainen of om tijdens de schooltijd naar een buitenlands tornooi te gaan”, zegt Jonas Van Kerckhoven, zeventien jaar en voetballer bij Club Brugge. “Maar als ze een les of toets missen, zien wij erop toe dat ze die inhalen,” benadrukt Ann Lemmens, studiecoördinator topsport van het Sint-Jan Berchmanscollege in Genk, “de studies komen op de eerste plaats.”

De combinatie studie-topvoetbal is loodzwaar. “Eigenlijk leven die jongens al als prof, met dat verschil dat een topvoetballer zich doorgaans niet om studies moet bekommeren”, zegt Roland Breugelmans, directeur jeugdopleiding van KRC Genk. “Slechts tien procent van de toptalenten haalt het uiteindelijk als profvoetballer.”

Koppen: op donderdag 10 november om 20.45 uur op één

Krijg het laatste FrontView Magazine nieuws in je Facebook nieuwsoverzicht: