Vijfdelige special vanaf 13 september in Vlaanderen vakantieland

In de Vlaanderen vakantieland-reeks Onderweg naar Vlaamse velden reist Vincent Verelst in zijn oldtimer-camper kriskras door ons land in het spoor van de Duitse inval, honderd jaar geleden. Hij gaat op zoek naar sporen uit het verleden en bezoekt plekken van herinnering. Vanaf zaterdag 13 september neemt hij de kijker vijf weken lang mee naar locaties die een bezoek verdienen naar aanleiding van “100 jaar Groote Oorlog”: van monumenten en begraafplaatsen tot tentoonstellingen.

Deel 1: Van eerste martelaarstad Visé naar het dappere Fort van Loncin

Zaterdag 13 september

In Visé ondervonden de Duitsers honderd jaar geleden voor het eerst dat de Belgen hen niet zomaar de vrije doorgang zouden gunnen naar Frankrijk. De belangrijke brug over de Maas was uit voorzorg opgeblazen en de gefrustreerde soldaten legden daarop de hele stad in de as. Vandaag is de martelaarstad levendiger dan ooit en herinneren de gezellige straten amper aan het ruwe oorlogsgeweld van een eeuw geleden. Vincent gaat op wandel langs de nieuwe brug over de Maas en ontdekt hoe de kerk oud en nieuw verenigt.

Een paar kilometer verderop ging het er al even hevig aan toe. Twaalf forten moesten de strategisch belangrijke stad Luik verdedigen, alleen waren die niet bestand tegen de nieuwe Duitse wapens. Vincent wordt stil tijdens zijn bezoek aan Fort Loncin, het laatste fort uit de gordel dat zich overgaf. Een Duitse “dikke Bertha” kwam terecht in de munitiekamer en legde zo het fort in puin. Daaronder rusten nog altijd de soldaten die mee ten onder gingen. De massale vernietiging laat ook vandaag nog een onuitwisbare indruk na.

Al die tijd bleven de Duitse soldaten toestromen via onder meer de Voerstreek. In grote kampen moesten ze daar wachten tot de doorgang via Luik vrij was. De angst voor francs-tireurs of burgeropstandelingen zou de hele oorlog overheersen en leefde er al volop. Jan met de pet werd opgeknoopt of gefusilleerd op verdenking van spionage, opstand of smokkel. Stille gedenktekens langs een gloednieuwe autoroute herinneren nog aan dat leed uit de Eerste Wereldoorlog. Vincent neemt oorlogsexpert Jan Swerts onder de arm en rijdt met hem door de Voerstreek.

Wie Vincent achterna wil, maar het verhaal van de Eerste Wereldoorlog niet goed meer kent, kan in het station Luik-Guillemins terecht voor de beklijvende Expo 14-18.

Deel 2: Langs de Gete- en de Dijlelinie
Zaterdag 20 september

Een paar dagen na de Duitse inval begint ons leger zich terug te trekken achter de Gete. Op het eerste gezicht “een riviertje van niets”, maar voor de Duitse soldaten was het geen eitje om er met hun zware kanonnen over te geraken. Twee gratis fietsroutes voeren bezoekers mee naar de geschiedenis van die streek: de Getelinie- en de Dijlelinie-fietsroute.

De Getelinie-route start in Halen, waar het Belgische leger in 1914 een klein succes wist te verzilveren: vanuit de IJzerwinninghoeve weerstonden ze de Duitse soldaten. Hun zilveren pinhelmen bleven achter op de velden en daarmee kreeg de slag meteen zijn naam. Julien Stroobants, de kleinzoon van de toenmalige bewoner van die hoeve, houdt met trots het Museum Slag der Zilveren Helmen open. Hij vertelt Vincent het volledige oorlogsverhaal van Halen.

Met Ruben Donvil springt Vincent vervolgens de fiets op. Langs de Getelinie- en Dijlelinie-fietsroute ontdekt hij straffe verhalen en anekdotes over de streek. Van de woelige geschiedenis op de militaire begraafplaats in Sint-Margriete-Houtem gaat het naar de ingetogen sfeer in de Necropolis in Grimde. Honderdveertig soldaten liggen daar stil begraven.

Waar het in 1914 ook stil werd, was in de martelaarsteden. Duitse soldaten waren als de dood voor vermeende franc-tireurs of burgersoldaten en legden het centrum van Aarschot en vervolgens ook Leuven in de as. Mensen werden meedogenloos vermoord, huizen verwoest. De Martelaarsteden App loodst Vincent naar de belangrijkste punten uit die geschiedenis.

Deel 3: Van het spoorwegfort van Duffel naar het mysterieuze Mastenbos

Zaterdag 27 september

Nadat de Duitsers vrij vlot door Luik, Limburg en Vlaams-Brabant waren geraakt, marcheerden ze verder door naar de Franse grens, met hoofdstad Parijs in het vizier. Antwerpen stond in die tijd bekend als een van de best verdedigde steden ter wereld en dus lieten ze die in eerste instantie links liggen. Maar dat was buiten koning Albert I gerekend, want met zijn uitvallen uit Antwerpen gooide hij roet in het Duitse eten. Het bedreigde leger breekt door de twee fortengordels en trekt alsnog naar Antwerpen.

Het spoorwegfort van Duffel lag op de buitenste fortengordel, die de eerste schokken opving. Vincent ontdekt dat verhaal in de gloednieuwe belevingstentoonstelling. Los van dat grauwe oorlogsverleden biedt de plaats vandaag nieuwe kansen aan de natuur. Fortgids Dirk Van Engeland vertelt Vincent alles over het dappere verzet en toont de geheime plaatsen in het fort.

De inwoners en het Belgische leger begonnen intussen hun biezen te pakken en vluchtten weg via de geïmproviseerde pontonbrug. In het weekend van 3 tot en met 5 oktober kunnen bezoekers in hun voetsporen treden, want dan ligt er opnieuw een pontonburg van rechter- naar linkeroever.

Een andere belangrijke vluchtroute liep dwars door het Mastenbos, ten noorden van de stad. Boswachter John Otten laat Vincent alle hoeken van het bos zien en troont hem mee naar de bunkers en loopgraven die er onaangeroerd zijn achtergebleven. Vanuit het Mastenbos staat Vincent snel aan de grens met Nederland, waar de vluchtelingen gestopt werden door de verschrikkelijke dodendraad. Hoe dat precies werkte en waarom de mensen eerst geen flauw benul hadden van wat “een stukje draad” kon veroorzaken, legt Frans Van Gils uit.

Tussen de bedrijven door laaide ook de verveling vaak op aan het front. In het Speelkaartenmuseum in Turnhout leert Vincent hoe de soldaten zich wisten te vermaken. De tentoonstelling Kartonnen wapens toont hoe diezelfde speelkaarten ook een bron van propaganda of zelfs militaire oefening waren. Hij ontdekt nog veel meer over propaganda en manipulatie in de intrigerende tentoonstelling Shooting range in het Fotomuseum in Antwerpen. Fotobewerking avant la lettre en goedgekozen postkaarten maakten ook van de Eerste Wereldoorlog al een sluwe strijd in de hoofden van burger en soldaat.

Deel 4: Van het fort van Liezele en Martelaarsstad Dendermonde in Scheldeland naar Gent

Zaterdag 4 oktober

Wie aan de Eerste Wereldoorlog denkt, denkt meteen aan de IJzer, maar ook in Scheldeland werd verbeten gevochten. Meer nog: de strijd in de Westhoek was er mogelijk nooit gekomen zonder de vertragingsgevechten rond Schelde en Dender. Zo kreeg Albert I de kans het grootste deel van zijn troepen veilig uit Antwerpen weg te loodsen. In Scheldeland bezoekt Vincent het fort van Liezele én Dendermonde, een van de Martelaarssteden.

In 1913 was de wereld te gast in Gent. De stad organiseerde een wereldtentoonstelling die honderdduizenden bezoekers lokte. Gent wou zich meten met andere Europese steden en had zich mooi gemaakt: de oude stadskern kreeg een grondige facelift voor de expo. Het toeristische Gent, zoals dat vandaag geprezen wordt, dateert van toen. De paviljoenen van de expo waren nog maar net afgebroken of in de zomer van 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit. Het expoterrein werd noodgedwongen een moestuin. De stad werd bezet door de Duitsers en omgevormd tot het logistieke hoofdkwartier van het Vierde Leger, dat in de Westhoek vocht. Gent werd een zogenaamde Etappe, waar de bezetters vier jaar lang thuis waren – en huis hielden. Honderd jaar later wandelt Vincent er rond met auteurs Peter Jacobs en Erwin De Decker.

Deel 5: Van het Belgische front naar het woelige Ieper

Zaterdag 11 oktober

Na de onstuimige eerste oorlogsmaanden liepen de troepen vast in de Westhoek. Waar de onderwaterzetting aan de IJzer zorgde voor relatief rustige oorlogsjaren, ging de strijd rond Ieper verbeten voort. De geallieerde legers en de Duitsers trokken keer op keer de wapens, vaak met slechts enkele meters grondwinst als resultaat. Vincent ondervindt die wijzigende frontlijn aan den lijve op Hill 60, een plaats die vandaag idyllisch aandoet, maar waar mijnontploffingen en inslagen het landschap vormden.

Aan de IJzertoren in Diksmuide ging het er rustiger aan toe, want niet alleen het Belgische maar ook het Duitse leger profiteerden er van de onderwaterzetting. Vincent ontdekt dat de huidige IJzertoren al het tweede exemplaar is en waar het monument zijn opmerkelijke vorm aan dankt.

Zes autoroutes brengen hem met zijn oranje bolide vervolgens naar andere plaatsen die bepalend zijn geweest in de Eerste Wereldoorlog. Het Polygoonbos bijvoorbeeld, dat pal op de frontlijn lag en waar na vier jaar nog maar weinig bos overbleef. Vandaag tiert de begroeiing gelukkig weer weelderig en net als je de oorlog bijna vergeten bent, duikt de immense Buttes New British-begraafplaats op.

Ook in Ploegsteert herdenken ze nog altijd duizenden gesneuvelde soldaten. Het nieuwe bezoekerscentrum legt Vincent bovendien haarfijn uit welke bewegingen de frontlijn daar gemaakt heeft en welke legers daarbij betrokken waren.

Maar dan is het tijd om vooruit te kijken. Het kunstproject Coming World Remember Me van Koen Vanmechelen, Jan Moeyaert en dochter Lotte herdenkt het verleden en omhelst de toekomst. Vier jaar lang kunnen bezoekers in een van hun ateliers hun eigen kleibeeldje maken tijdens een fascinerende workshop. In 2018 zullen die 600.000 figuurtjes een plaats krijgen op het niemandsland van Provinciedomein De Palingbeek, waar ze de Belgische oorlogsdoden zullen herdenken voor de generaties van morgen.

Vlaanderen vakantieland: op zaterdag om 18.10 uur en op zondag om 17.15 uur

Krijg het laatste FrontView Magazine nieuws in je Facebook nieuwsoverzicht: