Wanneer zijn onze grootouders verhuisd van een boerderij naar een fermette? Stonden onze ouders ook al in de file? Hoe was het ook alweer om op te groeien in een groot gezin? En in een wereld waar de pastoor nog moreel gezag uitstraalde, maar meer en meer concurrentie kreeg van de Beatles en de Rolling Stones? Een antwoord op al die vragen en veel meer krijgen we in Land in de kering, een negendelige reeks thematische archiefdocumentaires over evenveel ingrijpende maatschappelijke veranderingen die zich in Vlaanderen en in België hebben voltrokken in de tweede helft van de twintigste eeuw. Een onuitputtelijke bron van herkenning, verwondering en nostalgie. De programma’s bestaan voor 99% uit archiefbeelden. Ook de commentaartekst is historisch en wordt aan elkaar gemonteerd op basis van oude commentaarteksten, fragmenten uit interviews en radioarchief. Vanaf dinsdag 2 juli om 20.35 u.

In de tweede helft van de 2Oste eeuw is Vlaanderen fysiek en mentaal diepgaand veranderd. Niet van de ene dag op de andere, maar gestaag, van seizoen tot seizoen, van jaar tot jaar. Vanaf 1953 legden camera’s van de Vlaamse Televisie kleine en grote veranderingen vast voor het Journaal en andere programma’s. De meeste van die historische beelden bleven bewaard. Zo kon het Beeldarchief van de VRT uitgroeien tot de belangrijkste visuele bron voor de geschiedenis van ons land.

Dankzij de digitalisering van het historische beeldmateriaal kan het archief vandaag veel grondiger en sneller doorzocht worden dan ooit te voren. De reeks Land in de kering maakt gebruik van die mogelijkheden om nieuwe programma’s te maken die helemaal uit archiefbeelden zijn opgebouwd. Dat principe is ook doorgetrokken voor de klankband: de commentaartekst wordt samengesteld met uitsluitend historische opnames, ook van radioprogramma’s. De documentaires krijgen dus geen exclusieve ‘commentaarstem’, maar telkens een heel koor van ‘historische’ stemmen, onder meer van voormalige journalisten als Jan Bauwens, Rik Onkelinckx, Jacques Vandersichel en Hubert Hermans.
Persbericht 26 juni 2013

Deze aanpak stelt grote eisen aan de beeldresearchers en redacteurs. Ze kunnen geen beroep doen op een nieuwe commentaartekst om de beelden met elkaar te verbinden. Maar wanneer de puzzel is gelegd, is de afstand tussen de kijker en de historische beelden klein: er is niemand die hem bij de hand (of het oor) neemt om de geschiedenis te ‘duiden’. Dat kan hij helemaal alleen doen.

Aflevering 1 – Autowegen – dinsdag 2 juli
In de eerste aflevering, Autowegen, zien we hoe het autowegennet van ons land evolueerde van nauwelijks 29 kilometer in 1950 naar 1800 kilometer in 2000: een van de dichtste autowegnetten van de wereld. In de jaren zestig raakten de autowegenbouwers op dreef, met gemiddeld honderd nieuwe kilometer autoweg per jaar en met pronkstukken als de Kennedytunnel in Antwerpen. In de jaren zeventig botste het autowegenproject op de economische crisis en op toenemende kritiek, onder meer van boeren en milieuactivisten. De autowegenbouw vertraagde en viel uiteindelijk bijna stil. Nieuwe wegen waren op het einde van de 20ste eeuw haast onbespreekbaar.

Aflevering 2 – Immigranten – dinsdag 9 juli
In de tweede aflevering gaat het over Immigranten. In de jaren na de tweede wereldoorlog moest steenkool de Belgische economie weer op dreef brengen. Dat bracht duizenden buitenlandse arbeiders, vooral Italianen, naar ons land. In de ‘gouden jaren zestig’ groeide de economie zo hard dat de arbeidsmarkt niet meer kon volgen. Tienduizenden ‘gastarbeiders’ kwamen als ‘toeristen’ het land in en boden zich spontaan aan in de bedrijven. De crisis van de jaren zeventig maakte een einde aan de ‘toeristenimmigratie’. Maar de gastarbeiders keerden niet terug en kregen bovendien recht op gezinshereniging. Tegen het einde van de 20ste eeuw zorgde hun aanwezigheid voor grote politieke spanningen.

Aflevering 3 – Autorijden – dinsdag 16 juli
De derde aflevering, Autorijden, toont hoe auto’s in de loop van de jaren vijftig en zestig alsmaar goedkoper werden. Ze kwamen in het bereik van een grote massa gretige en onervaren chauffeurs. Het autoverkeer was in die jaren véél gevaarlijker en dodelijker dan vandaag. De chauffeurs werden maar heel langzaam ‘getemd’. Tot 1969 mocht iedereen zonder rijbewijs de weg op gaan. Op autowegen was er geen snelheidsbeperking tot einde 1973. In de jaren tachtig groeide de anti-autobeweging. In de steden en dorpen kregen fietsers en voetgangers weer meer ruimte. Maar intussen bleef het autopark altijd maar
aangroeien. In 1950 waren er 200.000 personenwagens ingeschreven; een halve eeuw later waren het er 4.700.000.

Aflevering 4 – Bouwen en wonen – dinsdag 23 juli
Na de tweede wereldoorlog kende Vlaanderen een ‘babyboom’. Er waren veel huizen nodig voor de groeiende gezinnen. Die werden met premies aangemoedigd om zélf te bouwen, liefst op het platteland. Dat gebeurde vele jaren zonder veel beteugeling. Pas vanaf 1962 was er sprake van ‘ruimtelijke ordening’. Intussen was België al uitgeroepen tot het ‘Lelijkste Land Ter Wereld’ (door architect Renaat Braem). Pas tegen 1980 raakten de gewestplannen goedgekeurd. ‘Bescherming van de open ruimte’ werd een doelstelling van de Vlaamse regering. Maar lintbebouwing en verkavelingsdrift hadden het gezicht van Vlaanderen toen al diep getekend.

Aflevering 5 – Boeren en tuinders – dinsdag 30 juli
Na de tweede wereldoorlog werkten er nog honderdduizenden Belgen in de landbouw, meestal op zeer kleine en weinig rendabele boerderijtjes. Veel landbouwers gaven hun werk op voor een baan in de industrie. De overblijvende boeren kochten massaal tractoren en oogstmachines en hun productiviteit steeg pijlsnel. Vanaf 1962 moesten de Belgische boeren zich weren op de ‘Euromarkt’. Europa vond dat er te veel boeren waren. De kleintjes moesten eruit. Wie wilde blijven, moest groeien. Boerderijen werden gespecialiseerde ‘productie-eenheden’. In Vlaanderen zorgden half-industrieel melkvee en varkensbedrijven voor grote milieuoverlast. Tegen het einde van de 20ste eeuw waren de boeren een met kritiek en reglementen overladen minderheid van een paar tienduizenden mensen geworden.

Aflevering 6 – Jeugd – dinsdag 6 augustus
In de jaren na de oorlog waren jongeren nog gewoon mensen die snel volwassen zouden zijn en hun plaats in de samenleving moesten innemen. Samen met de welvaart groeide een aparte jeugdcultuur. Jongeren kregen koopkracht, die ze gebruikten om een ‘jonge’ levensstijl aan te houden, met eigen muziek, kleren en kapsels. Ze kozen ook voor andere waarden dan hun ouders. Eind jaren zestig leidde dat tot een algemene ‘crisis van het gezag’ in heel het Westen. De economische crisis van de jaren zeventig bracht iedereen weer met de voeten op de grond. In de jaren tachtig was werkloosheid het grootste jeugdprobleem. In de jaren negentig ontgroende Vlaanderen sterk. De groep jongeren tussen 15 en 24 jaar slonk heel snel. Dat loste mee het probleem van de jeugdwerkloosheid op. Jong zijn was niet langer een doem.

Aflevering 7 – Gelovigen – dinsdag 13 augustus
Midden vorige eeuw was de grote meerderheid van de Vlaamse bevolking nog duidelijk katholiek. De invloed van de clerus was groot en het geloof beheerste een aanzienlijk deel van het leven. Vanaf de jaren zestig verandert dat. Ligt de oorzaak bij de kerkelijke hervormingen van het Tweede Vaticaans Concilie, of is het de snel gestegen welvaart, met alles wat daarbij komt aan comfort en ontspanning? Almaar minder mensen gaan nog regelmatig naar de mis. De meeste katholieken beperken hun kerkbezoek tot doopsels, communiefeesten, huwelijken en begrafenissen. Geleidelijk aan verbreken steeds meer mensen de band met de traditionele godsdienst, zonder dat er iets duidelijks voor in de plaats komt.

Aflevering 8 – Gezinnen – dinsdag 20 augustus
Vlaanderen kende na de oorlog een babyboom. Grote gezinnen waren heel gewoon en werden ook gekoesterd. Ze werden kleiner naarmate de welvaart steeg. Geboortebeperking was een hachelijke zaak, vanwege de katholieke moraal, die hoogstens periodieke onthouding toestond. Materiële vooruitgang en nieuwe technieken haalden het grote, standvastige gezin onderuit. De pil en nieuwe echtscheidingswetten maakten het ‘kroostrijke’ en door vader en moeder met vaste hand geleide gezin op het einde van de 20ste eeuw tot een verre herinnering.

Aflevering 9 – De kust – dinsdag 27 augustus
In de jaren na de oorlog ontdekt de massa de kust. De eerste volwaardige Belgische autoweg loopt van Brussel naar Oostende. Hij wordt ingewijd in 1956. Het massatoerisme drukt zijn fysieke stempel op de kustlijn. Villa’s maken plaats voor appartementsblokken. Duinen worden verkaveld. Het kusttoerisme wordt één grote onderneming, waarvan wel en wee opvallend trouw gevolgd worden door de pers. Het weer aan de kust, de omzetcijfers, het verkeer naar de kust, de concurrentie van het buitenland: altijd weer duiken ze op in de Journaals. Met de jaren gaan de kritische stemmen van milieuactivisten en stedenbouwers luider klinken. Zonder veel gevolg. Het volk blijft met zijn voeten voor de kust stemmen en gaat elk zonnig weekend zonder morren in de file staan.

Land in de kering : vanaf dinsdag 2 juli om 20.35 uur op Canvas

Krijg het laatste FrontView Magazine nieuws in je Facebook nieuwsoverzicht: