
Met Call Me Names introduceert Glass Museum voor het eerst een zangstem in hun muziek, wat een soulvolle warmte toevoegt aan deze introspectieve ballade. Gedragen door een trage groove, ijle synths en ingehouden ritmische spanning, krijgt het nummer een intieme, bijna breekbare sfeer.
Het lied duikt diep in thema’s als liefdesverdriet, spijt en verzoening — een innerlijke dialoog die worstelt met het verleden en verlangt naar herstel. Het verkent de leegte die iemand kan achterlaten, de moeilijkheid om eigen fouten onder ogen te zien, en het verlangen om de tijd terug te draaien: “Can we go back where it all started? / Like it never really happened?”
Tegen deze fragiele achtergrond klinkt Call Me Names als een nederige erkenning van menselijke kwetsbaarheid: “You can call me names / You can call me whenever.”
De single wordt vergezeld door een lyric video, geregisseerd door Super Tchip, waarin in timelapse te zien is hoe een monumentale Call Me Names-graffitimuur ontstaat in Anderlecht (Brussel), geschilderd door de beeldende kunstenaars Manon Brûlé en Nora Juncker. Het kunstwerk, dat vandaag nog steeds zichtbaar is, fungeert als een stedelijk geheugen — een openluchtspoor van het nummer, op het snijvlak van muziek en street art.
Met Call Me Names slaat Glass Museum nieuwe bruggen tussen muziek, stem en beeld, en legt opnieuw een bouwsteen in een stad waar elke emotie een blijvend spoor nalaat.
LIVE