Jan Van Hecke
Einstürzende Neubauten

Gent Wat ?

Bij Gent Jazz zijn ze een beetje gestoord. Op hoogst charmante wijze. Stel je het eeuwige gesteggel voor tussen de financieel directeur, het hoofd marketing en die compleet anarchistische programmadirecteur. Het mag een wonder heten dat er nog geen doden zijn gevallen op de pittige vergaderingen van de organisatie. Ergens anders zou dit na de zoveelste burn-out onherroepelijk leiden tot een halfslachtig compromis maar daar doen die karakters van Gent Jazz niet aan mee. Nooit zoeken ze naar het midden of trekken ze zich ook maar iets aan van modewoorden als haalbaarheidsstudie, bezoekersprofiling of klantenbinding. Het interesseert hen, zo lijkt het, echt geen zak. Ze doen gewoon vierkant hun gedacht.

Zo kwam er op deze afsluitende dag van 2017 al heel wat mentale yoga aan te pas om in het programma nog iets te ontwaren dat gemeenlijk onder de noemer jazz wordt geklasseerd. Grappig genoeg was dit ook van bij aanvang te merken aan het publiek. De hondstrouwe cats waren zoals steeds paraat, maar daarnaast liepen de nette hemdjes en sportieve colberts nu toch verloren in een meer internationale, zwarte cohorte die wist waarvoor ze kwam.

Hypochristmutreefuzz: Tekenend voor de slinkse geniepigheid waarmee de programmadirecteur middels obscure jazzreferenties zowat alles door de strot van zijn meer zakelijke collega’s weet te duwen, was hij er in geslaagd om Hypochristmutfreefuzz als opener te boeken. Gewoon, omdat het kan. En misschien ook wel een beetje om die gladde van de vip-sales te jennen. Hypodinges staat gelukkig ver boven dat kleine, interne gekissebis en smijt zich van bij de eerste bassen. Daarnet nog met een lijstje culturele excuses geduid als noise band tonen ze zich dadelijk van hun meest combatieve kant. Het is het soort groepje waarvan je verwacht dat ze je enkel ’s nachts in een dampig zaaltje vol neopunks naar het leven staan maar hen maakt die timing geen zier uit. Frontman Ramses geeft je evengoed om 5 uur ’s middags al een fikse djoef op uw muil. Met een eigen sound - een soort crossover tussen noise, hardcore en alles wat een zware, groovy baslijn aan mekaar kan rijgen – spelen ze alsof dit grote podium van hen is. Overtuigend gedaan en indruk gemaakt, die verdomde naam onthouden wordt nog het moeilijkste.

Chrysta Bell: In elke bio van deze zangeres staat wel een verwijzing naar David Lynch en ook hier werd de associatie al bij de aankondiging in de verf gezet. Een wit voetje te halen bij de gevierde regisseur zal vast wel een merite op zich zijn maar verder schuilt er weinig interessants in dit soort weetjes. In het geval van Chrysta Bell liggen de zaken echter iets ingewikkelder. Wie niet is ingewijd in de geheimen van haar sociale leven riskeert haar als performer anders te bekijken. David Lynch dus. Hou die gedachte vooral vast en luister met dat oor naar Chrysta Bell. Ze kan zeker wel zingen. Luister dan naar de volgende mooi verpakte song. Alweer niets op aan te merken. David Lynch, remember ? En ook bij het derde nummer is er niets dat prikt. Het kabbelt allemaal voort in een soort esthetiserende traagzaamheid die veel mensen aangenaam vinden, als het vertrouwde, donzige gevoel van een gewatteerde jas. Op deze bewolkte dag zijn aardig wat aanwezigen blij met de toegift, veel fans van David Lynch vandaag.

Archive: Dit is een moeilijke. En ik wil me hierbij graag al excuseren bij de liefhebbers, want over Archive liever geen kwaad woord. Omdat Archive een band, sorry een collectief is dat zichzelf constant probeert te vernieuwen, zowel in samenstelling als qua stijl. Misschien is het net deze sterkte die het collectief voor simpele zielen als ik moeilijk te vatten maakt. Behalve voor de echte fans is er een bijna onoverbrugbaar verschil tussen het vroege werk en de evolutie ervan doorheen verschillende bezettingen. En Archive gaat niet direct voor de minimalistische aanpak, er komen steeds meer lagen bij. Voor mijn bevattingsvermogen soms net dat laagje te veel. Niettemin zou het onheus zijn Archive slechts als ‘interessant’ te bestempelen, ze zijn veel meer dan dat en gaven een degelijke show. Misschien zelfs beter, maar door blijde verwachting haalden de zenuwen het nu stilaan op mijn onbevooroordeeld geduld.

Einstürzende Neubauten: Want dan, even na Archive, was het tijd voor de hoogmis. Neubauten. Een naam als een klok. De peetvaders van de industrial. De inspiratiebron voor hele generaties in de meest diverse genres. En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Einstürzende Neubauten polariseert nog meer dan de selectiecommissie van Gent Jazz. Erover praten in gewone termen is bijna onmogelijk. Je vindt ze geweldig of waanzinnig, een tussenweg is er niet. Maar dat het iconen zijn, zal niemand ontkennen. Wie erbij was, weet nog maar eens waarom.

Je hoeft al lang niet meer te vrezen voor shrapnel of brandwonden bij een concert van Einstürzende Neubauten. Op het podium staan nu heren op leeftijd en van stand, netjes in het pak. Het heeft iets sacraals, de presence van Neubauten, de speurende grijns van Bargeld en de wisselwerking met hun eigenste publiek. En dan hebben ze nog geen noot gespeeld. Na een paar nummers ontstaat een voelbaar sfeertje van we-zijn-hier-onder-ons. Hier en daar kan er een grapje af en we krijgen uitleg over de eigen toon van afvoerbuis en de merkwaardige conceptie van bepaalde nummers. Heel interessant allemaal, van Blixa steek je altijd wel iets op. De hele groep is vandaag in een zichtbaar goeie bui en speelt simpelweg een abnormaal goed concert bij mekaar. Ze spelen met de afgemeten precisie van een symfonisch orkest. Alleen zal je zo’n orkest nooit muziek zien maken met PVC buizen, afvalcontainers, zaagbladen, transistorradiootjes, de draaiende schoepen van een compressor, semi-willekeurig vallende stalen latjes of…een brandende sigaret. Allemaal zelf gemaakt en bespeeld, ook in deze tijden van digitale samplers. Niks gestolen of van het internet geplukt, als Neubauten een geluid nodig heeft dan maken ze dat al meer dan dertig jaar gewoon zelf. Enkel om er altijd weer iets nuttigs en vooral magisch mee te doen.

En dan zijn er nog die prachtige composities, die stem en het ronduit verbluffende samenspel van de hele groep. Live wordt de ervaring snel te veel voor woorden. Nog eentje misschien: INDRUKWEKKEND.

Einstürzende Neubauten zorgde voor het sluitstuk waarvan de film de nacht erna nog door je hoofd spookt. Om dan ’s morgens wakker te worden met een vreemd gevoel van begrip en empathie. Begrip wanneer de eclectische puzzelstukjes van twee weekends Bijloke langzaam op hun plaats schuiven. Gent Jazz is geen consumentenfestival voor een vrijblijvend dagje uit. Op zijn best is het een muzikale workshop, in de meest letterlijke zin. Een staalkaart van alles behalve mainstream die naast een grote openheid ook een zekere inspanning vraagt. Gent Jazz troost en provoceert, zeven dagen lang. Vandaar ook mijn warme empathie met de verzamelde directie van dit festival. Bij de voorbereiding van de volgende editie wens ik hen alvast nog veel krakeel en slaande deuren toe, met speciaal een dikke duim voor die lieve anarchist.

- Raf Baeyens -

Krijg het laatste FrontView Magazine nieuws in je Facebook nieuwsoverzicht: