Peter Minnebo

Zo’n drie jaar na "Clouseau Danst" is Clouseau helemaal terug met hun dertiende Nederlandstalige plaat, genaamd 'Tweesprong'. Het is een bijzonder eerlijk en emotioneel album geworden, en Koen en Kris denken oprecht dat ze nog nooit zò'n verzameling straffe songs op één album hebben gehad. En dat zeggen ze niet omdat dat vaak het klassieke promopraatje is. Je voelt aan alles dat ze écht trots zijn op hun nieuwe album, misschien wel het meest trots in hun lange carrière. Daarbij werkten ze samen met mensen die hetzelfde ademen als zij.

Uiteindelijk zijn de mannen gestrand op 14 fantastische nummers. Geweldige, volwassen popmuziek, zoals alleen Clouseau die kan maken. De ene song is inhoudelijk al wat vlotter verteerbaar dan de andere, Koen en Kris gaan de moeilijkere onderwerpen niet uit de weg, maar gaan er samen doorheen.

Frontview dwaalde even door de wandelgangen van DPG media in Vilvoorde, om vervolgens in de Clouseau loge te belanden. Kris Wauters’ happy face verraadde al vlug dat het nieuwe Clouseau album weerom verdomd straf in elkaar zal zitten. Het interview was eerder gezellig gekeuvel dan het klassieke vraaggesprek. “Ik klets zo graag”, meldde Kris toen de tijd voor het interview op was.

Bij Koen Wauters was het op dat moment multitasken, hij woonde een vergadering bij aangaande de aankomende Rode Neuzen dag. Aan Kris zijn manier van spreken voelde je dat beide broers onafscheidelijk zijn, mekaar perfect aanvoelen en aanvullen, nog steeds vonken en vuur.

Vanwaar de albumtitel Tweesprong? Het album met het unieke Clouseau DNA.

“De liefde kan je enerzijds zoveel warmte en levenslust brengen, anderzijds kan het soms kil worden. Daarbij dienen we in het leven ontelbare keuzes te maken. Is het naar links of is het naar rechts? Soms belandt je op een punt dat je het echt niet weet, maar je moet altijd kiezen.

Een albumtitel is meestal het laatste waar je aan denkt. Je zit al in de studio, je bent aan het mixen en plots vraag je je af ‘Hoe gaan we dat album dopen?’.

Vandaar is ‘Tweesprong’ tot stand gekomen, ‘Spreidstand’ had ook gekund maar dat is een lelijk woord!” (lacht)

Aan welke voorwaarde moet een nieuwe plaat voldoen?

“Dit keer was het redelijk eenvoudig. Bij ons vorig album ‘Clouseau Danst’, hadden we voor de eerste keer in ons leven gezegd op voorhand, ‘zo’n type plaat gaan we maken’. De songs die er liggen, bepalen wat voor soort plaat het wordt. Op al onze platen die we gemaakt hebben, stond er wel een funky-er, dansbaardere song op. Live betrapten we er ons op dat we die altijd bundelden. Toen dachten we, we gaan zo’n gans album maken, Clouseau Danst, tof om live te spelen. Het was toen een tijd van aanslagen en terrorisme, en in die tijdsgeest wilden we een happy plaat maken. Zo konden de mensen even de wereld vergeten en plezier maken. Thematisch zit je dan met zo’n plaat vaak in de lichtere sector. Deze keer zouden we een plaat gaan maken waar veel ‘hart’ in zit, dit was al snel duidelijk bij de eerste demo’s.

Uit alle songs hebben we een selectie gemaakt, ze moesten iets betekenen voor ons. Met alle respect voor de songs, maar het mochten geen songs meer zijn als bvb ‘Swentibold’, dat werkelijk nergens over gaat (lacht). Sommige nummers met zelfs hitpotentiëel en prachtige refreinen hebben we toch weggelaten, we doelden op inhoud en karakter. Het kan ook in een vrolijke richting zijn, neem nu ‘Nog niets gezien’. Voor dit album was het relatief gemakkelijk om de songkeuzes te maken, vanaf we de beslissing hadden genomen.”

Als songs het album niet halen, blijven die in de schuif liggen voor een volgend album?

“Meestal willen we bepaalde nummers echt bijhouden, maar dan begin je later aan een nieuw schrijfproces, in een nieuwe periode en die songs lijken dan precies wat ‘oud’ voor onszelf, omdat we die nummers al langer kennen. Eigenlijk gebruiken we die dan niet meer, dus er liggen nog veel nummers in de schuif.”

Jullie denken oprecht dat jullie nog nooit zoveel straffe songs op één album hebben gezet. Benaderen we hier dan meer en meer jullie pure muzikale persoonlijkheden?

“Ik denk dat dit de plaat is die het dichtst bij ons ligt, als muzikant en als schrijver. Ook zelf de productie doen, maakt het album nog meer van ons. We willen een statement maken met de gedachte, dit is het beste wat we op dit moment kunnen. No stone has been left unturned.

Zolang we bezig zijn met het album, heb je het gevoel, ‘ik heb alle controle!’. Een vocal die niet 100% is, wordt nog eens ingezongen. Maar zodra het vastligt, kan je er niets meer aan doen en daarom ga je er zo hard vooraf aan werken.”

Hoe meer je de nummers beluistert, hoe beter ze lijken te worden.

“Het doet me plezier dat te horen. Ik ben het met u eens. Het is een meer gelaagde plaat. Op het eerste zicht is het meer organisch, hoe meer je het beluistert, hoe meer details je ontdekt, zoals de synths.”

Zoals de sequence die Vincent Pierins ontwikkelde voor het nummer ‘Vandaag’. In de studio lijkt hij bijna in een ruimtecapsule te zitten tussen een veelheid aan apparatuur en knopjes.

“Het zit erin verwerkt en het bepaalt de groove van dat nummer. Ik maakte enkele soortgelijke filmpjes voor onze facebookpagina bij Hans Francken, Tom Lodewyckx, Vincent Pierins en Yannic Fonderie : allemaal geweldige, muzikale nerds met fantastisch veel topmateriaal. (lacht)

Voor het spelen van nummers manifesteerde er zich een soort slagveld van gitaren na 3 dagen. Elke keer we iets probeerden, bleef er een gitaar liggen. Ik filmde de gitaren en helemaal op het einde kwam dan Tom in beeld, met de grappige reactie zonder woorden van ‘ja, het is nu zo’. Ik heb dat herhaald bij Yannic, de kamer was volgestauwd met synths, je houdt het niet voor mogelijk, en bij Vincent ook. (Kris toont trots zijn grappige opnames en beelden van instrumenten die op de plaat gebruikt zijn op zijn smartphone: CS80, Minimoog, Moog, MS10, Matrix 12, OB6, een oude Fairlight). In ieder geval, er kruipt veel werk in!”

Is het nu een meer matuur bezingen van de liefde? Het trage “Nu ik jou voor mij zie staan” in tegenstelling tot het uitbundige “Anne” van weleer.

“Ja, dat is nu het verschil tussen een muzikant van 22 jaar en een 54 jarige. In het begin zing je over alles. Soms ging het over niemendalletjes, gaandeweg word je 35…40 jaar. Je wil dat uw songs ergens over gaan.

In het geval van de Koen, ben je een zanger van 52 jaar en zing je niet meer graag ‘De Swenti’s spreken Swentisch, dat is volstrekt normaal’. Stilaan ga je op zoek naar dingen met meer inhoud. We wilden nu die andere kant op de plaat, en dat is naar ons gevoel geweldig goed gelukt. Je gaat geen 2 enthousiastere mensen vinden dan wijzelf. En als straks niemand het album blijkt goed te vinden, wat ondertussen al achterhaald is vanwege de fijne reacties, dan gaan we nog altijd even gelukkig zijn.”

Ooit ging Jan Leyers met de Boechout Beatles naar een allereerste try out zien van Frank Vander linden om Frank op zijn bek te zien gaan. Het liep anders, Jan Leyers moest zijn beeld bijstellen, de voormalige muziekjournalist was gewoon goed. Nu werkten beiden mee aan dit album.

“Ze hebben meegewerkt aan ‘Dagen zonder zon’ en ‘Nog Niets gezien’ en ‘Heel Mijn Hart’. Koen is op een gegeven moment naar Jan gestapt, hij had een aantal teksten en wou die eens toetsen. Jan Leyers schreef trouwens ooit ‘Dat ze de mooiste is’. Koen liet aan Jan weten waar hij graag over wou zingen en Jan zette dat dan om in woorden zoals in ‘Dagen zonder zon’. Jan en Frank zijn toppers hé!”

Frank Boeijen werkte ook mee.

“Weerom zat Koen met een aantal teksten en hij hoorde Frank Boeijen op de radio. Vroeger kwamen we hem regelmatig tegen toen we toerden in Nederland en gingen we wel eens iets drinken als we samen op een affiche stonden.

Toevallig moest Frank in de buurt optreden en Koen vroeg aan Frank of hij niet wat muziek kon schrijven op enkele teksten. Na anderhalve maand kwamen er 2 demootjes binnen, waarvan we er ééntje hebben opgenomen, ‘Tijd om te gaan’.

Je zou de Koen zijne tekst eens moeten zien, zo’n 55000 strofes (lacht), ik overdrijf even. Frank heeft 80% van die tekst geschrapt. Wat voor hem essentiëel leek, heeft hij eruit gehaald op de typische Frank Boeijen wijze. Het is meer een sfeerstuk dan een song.”

Kris, als je een nummer schrijft, zou dit ook kunnen zonder een tijdslimiet? Ik verwijs naar nummers van groepen als The Velvet Underground met ‘Sister Ray’ (1968) met zijn 17 minuten of het superkorte ‘You Suffer’ van Napalm Death , 2 seconden.

“Soms voel je aan een nummer dat het een lange outtro nodig heeft. ‘Tijdmachine’ is zo’n 4 min 50 seconden, maar dat is al lang voor de radio. Je maakt daar dan een korte versie van. De echte albumversie heeft een outtro van 1 minuut met prachtige strijkers. Als je die outtro volledig kan beluisteren, dan is dat veel toffer dan de weggefade versie voor de radio-edit. Ik denk trouwens al een aantal weken dat er op ons volgend album een 8 minuten-song zal staan.”

Wat drijft jullie passie voor het muziek maken en het zingen? Jullie stralen nog altijd die goesting uit, als 2 contente gasten in een snoepwinkel.

“Je probeert voor uzelf het wat interessant te houden en relevant te blijven. Je maakt zelf keuzes, zelf producen, dat maakt het toch wat spannender. Je kan geen 35 jaar in een groepje zitten, zonder dat je dat graag doet. We krijgen de vraag dikwijls, ‘Wat is het geheim van Clouseau?’ Dan zeg ik, ten eerste, goesting! Het is heel plezant, maar je moet die drive hebben. Ten tweede : songs! Daar wordt enorm hard aan gewerkt. Soms zijn we 2 uur bezig over de 2 laatste woorden van die ene strofe. Dan proberen we 10 alternatieven, nog altijd niet content en na 3 uur gooien we gans die strofe weg en beginnen we een nieuwe te schrijven.

Zo heb ik met Mark Vanhie ‘De Perfectie’ geschreven. Als je die song hoort, eerst die strofe, dan komt het refrein. (Kris zingt: ‘De perfectie! Blijf bij mij en neem me dagelijks vast!’) Top, dat klinkt logisch. Het was het derde refrein dat we ervoor schreven. Het nummer was klaar, en de dag erop belde ik Mark en zeg ‘ Mark, ik ben niet helemaal gelukkig met dat refrein’. Mark stelde voor om totaal iets anders te maken. We maken een ander refrein en zijn content. Twee weken later zijn we aan iets anders aan het schrijven en ik zeg, ‘De Perfectie’, dat kan toch nog beter. En dan hebben nog iets totaal anders geschreven tot wat het nummer nu geworden is, dus ge moet daar GOESTING voor hebben. Ik heb een soort natuurlijke moeite om snel tevreden te zijn, ik denk altijd, dat stukje kan nog altijd beter. Of soms stel ik vast, in die tweede zin, melodisch is de energie daar wat weg.

Als je juist iets gecrëeerd hebt, vind je dat meestal zeer goed. Maar als je het achteraf beluistert, enkele dagen later, dan hoor je, daar is het precies even weg. Dan kan ik het niet zo laten, dan moet je terug in die song gaan.

Je kan geen 30 jaar bezig zijn en meedraaien zonder dat ge goeie songs hebt. Verder is er niks plezanter dan uw eigen muziek te mogen spelen.

Ik zit graag in de studio, ik kan een half jaar kamperen in de studio en zitten prutsen, maar Koen, als hij het woord ‘editen’ nog maar hoort, dan is hij weg. Die weet ook niet voor wat het allemaal dient, dat interesseert hem ook niet, en terecht, dat is een gans andere discipline. (lacht) Eens het studiowerk goed gelukt is, dan kan je daar intens gelukkig mee zijn.

Zo heb ik met Stefaan Fernande ‘Vliegtuig’ geschreven. De dag nadien belden we met elkaar ‘s ochtends. Stefaan zei me dat hij het nummer tot 2 uur ’s nachts had zitten beluisteren, zeker zo’n 20 keer waarop ik antwoordde: ‘Ik ook!!’ Je bent dan zo gelukkig.”

Heeft Koen een andere manier van werken?

“Hij is geen muzikant, hij schrijft geen muziek, dat maakt het automatisch anders. Hij heeft nu een aantal teksten aangeleverd maar hij is geen technische schrijver, hij schrijft vanuit zijn hart en zijn gevoel. Koen heeft de schoonste zinnen van Clouseau geschreven.

In ‘Afscheid van een vriend’ schrijft hij: ‘En ik weet, ik zou dankbaar moeten zijn , maar precies daarom doet het zo’n pijn’. Als ik dat las, viel ik achterover.

In de tijd toen Koen’s dochter Zita op komst was, had hij de gedachte: ‘In welke wereld gaat dat kind terechtkomen?’ Het nummer heette ‘Over Morgen’, er staan 2 zinnen in, ‘Hoe verklaar je alle moord en brand, voor een God of voor een land, dat baart me zorgen, over morgen.’ Dat zijn geen grote poëtische zinnen, zo zijn we niet, maar die Koen, als die iets wil zeggen, dan komen daar ongelofelijke zinnen uit. In ‘Passie’: ‘Wat passioneel begint, heb je zelden in je macht’. Prachtig toch.

Hebben jullie ooit een Kerstlied gemaakt?

“Nee, wij zeggen altijd om te lachen, je kan niks voorhebben in uw leven of Clouseau heeft een nummer dat erbij past. Maar als je Kerst wil gaan vieren…….Dat moeten we dus op den ‘to-do’ lijst zetten! Ik heb net een radio-programma ‘Zot gedraaid’ opgenomen met James Cook op Joe. James had ‘All I want for Christmas Is You’ van Mariah Carey op zijn lijst gezet, daar zijn toch bijna 20 miljoen singles van verkocht.”

Ik wil eindigen met een eerder creatief vraagje voor jullie beiden. Elvis had Graceland, Michael Jackson Neverland , Prince Paisley Park. Hoe zou jullie domein moeten heten en hoe zou je het inrichten?

“Dat wordt een wilde combinatie van een muziekstudio in het midden van een racecircuit ! Hoe dat het dan moet heten…..euh…..daar moet ik efkes over nadenken. Maar Paisley Park vind ik toch zo’n fantastische naam hé.”

Clouseau koppelt de release van 'Tweesprong' aan een uitgebreide tournee die doorheen gans Vlaanderen en Nederland reist.

'Tweesprong' verscheen 8 november 2019 op CD en alle digitale platformen. Op 6 december 2019 wordt een exclusieve vinyl uitgebracht.

Krijg het laatste FrontView Magazine nieuws in je Facebook nieuwsoverzicht: