Peter Minnebo

Op 8 september komt het nieuw album ‘Dans en Dwaal’ uit van Buurman. De eerste single ‘Dans en Dwaal’ is inmiddels al een aantal weken te horen bij Radio 1 en Radio 2. Geert Verdickt & co gingen voor de opnames van hun nieuwe cd in zee met producer Jeroen Swinnen, de man achter o.a. Novastar, Daan en Vive La Fête.

Buurman bracht sinds 2008 drie albums uit ('Rocky Komt Altijd Terug', 'Mount Everest', 'De Kus In Ruil Voor Een Koninkrijk') en scoorde radiohits met 'London Stansted', 'God, Ik en Marjon', 'Zoals Koffie Hoort Bij Opstaan', ...

De band was in 2015 de centrale gast van Nekka-Nacht in een bomvolle Lotto Arena. Met ‘DANS en DWAAL’ lijkt Buurman op te staan uit het theaterplush en af te stevenen op mooie festivalzomers.

Geert Verdickt licht graag een tipje van de sluier van het nieuwe album én zet de groepsleden in de kijker voor Frontview Magazine.

Misschien een klassieke vraag, hadden jullie in het prille begin een andere groepsnaam?

We zijn met de band gestart in Leuven. Ik studeerde Germaanse talen en speelde mee in het Germaniatoneel. We speelden ‘Crankybox’ van Judith Herzberg. In het toneelstuk had ik de rol van ‘buurman’, dat stond zo in het scenario. ‘Buurman’ werd een roepnaam, en even later een groepsnaam.

Het albumcover doet denken aan een filmaffiche, vanwaar het idee en zit hier al een boodschap achter?(gekleurde bril, lichtflits,….)

Als muzikant probeer ik films te maken die je ziet wanneer je je ogen dicht doet. Dus dat cinematografische is altijd al belangrijk geweest bij Buurman. Daarnaast zijn kleuren voor mij heel belangrijk: alles heeft een kleur bij mij. Elk nummer, elke scene, elke emotie. Het artwork van ‘Dans en Dwaal’ heeft als themakleuren turquoise en goud. Kleuren die ik al klaar had voor dat de nummers af waren. Hoopgevend. Krachtig. Zonsòpgang in plaats van zonsondergang.

De albumtitel, “Dans en Dwaal”, gebaseerd op een rode draad doorheen het album ?

In vergelijking met onze vorige albums heeft Dans en Dwaal meer groove. Het is dansbaarder. Maar ook blijven er in de tekst en de muziek passages zitten waarin je kan wegdromen. Je kan zitten, kijken, drijven op de beelden die passeren. Dat is de dwaal-kant van de plaat. Dans en dwaal dus : twee escape-routes uit de wirwar van het leven waar we allemaal wel eens in verstrikt geraken.

Willen jullie vooral aanzetten tot verbeelding of zijn er ook nummers van de exacte wetenschap?(waarin we elk woord letterlijk mogen nemen)

Elk nummer heeft een kern van waarheid. Hoe persoonlijker je wordt, hoe universeler het vaak lijkt. ‘Alles wat je niet kapot maakt’ is zo’n nummer bijvoorbeeld. Samen met ‘Het maakt je sterker’ vormt het een tweeluik op het album. Heb je ooit de televisiebeelden gezien van die vader die, na de aanslagen in Parijs in november 2015, bloemen ging neerleggen met zijn zoontje? Vijf jaar was hij ongeveer, schat ik. Die beelden hebben voor mij een ongekende schoonheid. “Zij hebben geweren, wij hebben kaarsen en bloemen”, zegt de vader. En hij wijst z’n zoon op het feit dat er duizenden mensen op Place de la République bloemen neerleggen als teken van de strijd tegen de wapens. “Ah”, zei het jongetje, “Dus bloemen beschermen ons?”. “Ja” zegt de vader, “ze zijn veel krachtiger dan geweren”.

Kijk, sommigen mensen vinden dat misschien naïef. Ik niet. Geloven in de kracht van de verbeelding, ik vind dat mooi. En nodig.

‘Los van de wereld’ is een letterlijk te nemen nummer. Het gaat over momenten, soms maar fracties van seconden waarop je duidelijk beseft dat alles klopt. Een broos gevoel dat soms sneller weg is dan dat het gekomen is, maar ook wel weer terugkomt zodra het verdwijnt. Vreemd is dat die momenten onverwacht komen, althans bij mij toch. Niet te voorspellen wanneer of hoe lang. En zodra je beseft dat ze er zijn, en probeert om ze vast te houden, ebben ze langzaam maar zeker weg. Wat blijft is een schittering. Een herinnering aan iets wat terug zal komen.

Het nummer“Dans en Dwaal” , klinkt sterk en wijds, inhoudelijke maar ook muzikaal. Spelen jullie in het repetitielokaal nooit eens geen nummers in het Engels?

Soms doen we dat wel eens, om tijdens het schrijfproces Angelsaksische invloeden op te snuiven bijvoorbeeld. Maar naast Buurman hebben mijn muzikanten elk ook nog een eigen -Engelstalige- band. Straffe songwriters. Straffe zangers ook. Elk van hen, met elk hun eigen stijl. Al die invloeden vind je terug in onze Buurman-nummers.

In “Achter de Horizon” scanderen jullie ‘kijk niet langer achterom’, maar kijken en vergelijken jullie zelf het huidige werk met de vorige albums? Waarin zit er evolutie?

Tuurlijk vergelijk je. Je kan moeilijk anders, maar deze nieuwe plaat is geen ‘afzetten tegen’, maar eerder een ‘voortgroeien uit’ de vorige plaat. Kijk, ‘De kus in ruil voor een koninkrijk’ was een rasechte theaterplaat. Roodfluweel. We hebben daar een lange, heerlijke theatertour mee gedaan. Nu voelde het goed om een extraverte plaat te maken. Krachtig, vrolijk, groovy en festival-proof. Maar ook vertaalbaar naar de theaters, die me na aan het hart liggen. Een goede vriend-muzikant zei me ooit dat alle nummers die je ooit schrijft, alle albums die je maakt, dat dat één lang lied is. En sommige nummers of albums gaan meer resoneren bij je publiek dan andere, en dat is OK. Het is geen wedstrijd. Het enige wat je kan doen is proberen je eigen grenzen te verleggen en telkens op zoek te gaan naar de kern van wat je wil vertellen.

Goud komt 2 keer voor in de titels, toeval?

Vuur, spiegeling en brightness. Dat voel ik bij de kleur goud. Dus toeval : een beetje, maar dan toch ook weer niet. ‘Goldrush’ beschrijft de sturm und drang. De roes waarin het heerlijk wonen is. Ook al leidt ze niet altijd rechtstreeks naar standvastigheid en/of het gewenste resultaat. Maar de weg ernaartoe is soms mooier dan de eindbestemming. ‘Bladeren van goud’ gaat dan weer over het spiegelbeeld van kracht, namelijk de vergankelijkheid. Hoewel : vrede hebben met de vergankelijkheid is misschien wel de hoogste kunst. Het krachtigste goed. Durven drijven in plaats van geforceerd zwemmen. En benieuwd zijn waar de stroom je mee naartoe neemt.

Jullie nummers wijzen ook graag richting UK, Dover, London Stansted, een favoriete bestemming?

Als kind herinner ik me dat we met de ferry naar Dover gingen. The white cliffs. Met de auto op de boot. Geweldig vond ik dat. Later leerde ik vrienden kennen in London, dus ik ben er dikwijls geweest ja. Nu nog, al zit ik nu vaker in Belfast en New York. Vrienden durven wel eens te verhuizen…

“Zo voorbij” geeft een 80’s gevoel, van welk decennium in de muziekgeschiedenis zijn jullie zelf bewonderaars? Hebben jullie een eigen remedie tegen het snelle ritme van leven, want het is zo voorbij, het leven is een zucht.

Ik denk niet zo zeer in muziek-decennia. Zeker de laatste jaren kan alles. En liefst zo veel mogelijk door elkaar. Ik vind dat een fijne evolutie. Vakjes worden relatief. Maar goed, als ik dan toch moet kiezen : the 70’s, met The Band, The Eagles en The Beatles. Maar ook met Shaffy, Brel en Cohen. En Springsteen natuurlijk, die aan Nebraska werkt, mijn favoriete Springsteen plaat.

In hoeverre gaf de producer the final touch? En is het album voor jullie nu definitief af, of evolueert het nog verder live?

Zo lang je live speelt evolueren songs. Je herontdekt ze. Ze groeien mee met je. En dat is prima. Een plaat is een tijdsopname, van hoe je op dat moment de wereld ziet. Als mens verander je, en dus ook je blik op de wereld en op je nummers. Bij onze eerste platen gaf me dat veel stress : nu wordt het vereeuwigd. Nu moet het perfect. En dat is natuurlijk ook voor een stuk zo, maar sterke nummers overstijgen eender welke opname.

Los daarvan heeft producer Jeroen Swinnen een belangrijke rol gespeeld in deze plaat. Zijn vakmanschap en zijn enthousiasme zijn heel bijzonder. Hij doet je opstijgen. Geloven in jezelf. Hij zorgt voor een vibe in de studio waarin alles kan en alles mag. Er zijn geen slechte ideeën, en dan komt er plots heel veel. Omdat je durft en omdat je boven je normale niveau uitstijgt.

“Goldrush” zou niet misstaan op een groot festival podium, al van gedroomd? De grotere festivalbroers programmeren meer en meer groepen van eigen bodem.

Die dromen zijn er zeker ! Ze komen zowat elke nacht voorbij: volle pleinen bij het vallen van de avond. Hartstocht, grooves en samenhorigheid. De energie die vrijkomt. Mensen die meezingen en wij als dienaar van de nacht. Laat maar komen die festivals. Ghod wat kijk ik daar naar uit.

Kan voor jullie ook een nummer zonder woordelijke inhoud, instrumentaal? De leading vocal kan dan meestal iets gaan drinken!

Dat kan. Zeker in theater. Tijdens festivals ligt dat een beetje anders omdat je de pulse van je set hoog moet houden. Maar het kan absoluut. Zet die pintjes dus maar al klaar…

Inmiddels is het jullie 4e album, wanneer worden jullie getriggerd om aan een nieuw album te beginnen?

Ik weet niet goed wat er de laatste tijd aan de hand is, maar de nummers blijven komen. Vroeger was het soms een struggle om songs te schrijven. Twijfelen, verlammende angst dat het niet goed genoeg is. Maar nu lijkt het te stromen. Ik ben nu al bezig aan de volgende plaat. Het helpt om me rustig te worden. Vooruitkijken. Want een plaat releasen is altijd een onrustige periode, met veel spanning, wachten op reacties, kijken of het schip vaart. Als je je dan kan focussen op de essentie, namelijk nummers maken en live spelen, verhalen vertellen, dan kan ik daar rust in vinden.

Heel eerlijk gezegd, ben ik zelfs al stilaan bezig met de plaat die dààrna komt. 2020. Maar goed. Stap per stap. Eerst Dans en Dwaal. Daarna de rest…

Laat ons kort kennismaken met de bandleden, met een leuke anekdote of ongekend talent.

Toetsenman Koen Renders is van het type filosoof wiens gedachten soms eindigen in het midden van een zin. Tikkeltje verward, maar op een charmante manier. Hij is mijn vaste coupin de route van en naar optredens. Hij heeft over ongeveer alles een interessante mening, behalve over sport, auto’s en op reis gaan.

Overdag gedraagt Stijn Gevaert zich als manager van een grote meubelwinkel, maar ’s avonds, ’s nachts en in ons repetitiekot transformeert hij zich tot een soort superman, maar dan zonder cape en spannende zwembroek. Hij speelt gitaar en doet dat zoals niemand anders dat doet. Van alle muzikanten speelt hij al het langst bij Buurman, en dat is een fijne zaak.

Laurens Billiet op drums : klokvast en XL-fetishist. Alles verschijnt in lijstjes. Van priklijsten over repetitie-uren tot hoe vaak het woord ‘brightness’ voorkomt in dit artikel. Betrouwbaar en altijd op tijd, behalve wanneer z’n pasgeboren dochtertje ’s nachts buikrampen heeft gehad. Liefdevol tovert hij die krampen eerst weg en komt daarna pas repeteren.

Xavier De Clercq is de jonge wolf binnen Buurman. Net van school af als producer. Hij speelt bas en doet dat met zoveel vuur dat er sinds kort bosbrandgevaar dreigt op zee. 10 jaar jonger dan de rest en ja, er is soms sprake van een kleine generatiekloof, maar op een interessante manier. Bovendien houdt het iedereen scherp.

Alle info: www.buurman.be

Krijg het laatste FrontView Magazine nieuws in je Facebook nieuwsoverzicht: