Belpop vertelt deze keer het verhaal van de kleinkunst, vanaf het ontstaan in de jaren '50 tot de zwanenzang eind jaren ‘70. In de jaren ’50 liet Will Ferdy zich door het Franse chanson inspireren en werd hij de pionier van het Vlaamse luisterlied. De eerste generatie zangers na Ferdy luisterde dan weer naar George Brassens: Kor Van de Gooten, Miel Cools en Hugo Raspoet. Bob Dylan bepaalt de jaren '60 en is bij ons het rolmodel van Jan De Wilde en Miek en Roel. Hun collega's kijken op naar Boudewijn De Groot en Ramses Shaffy. In de jaren '70 bereikt het genre een hoogtepunt: Zjef Vanuytsel, de Nekka-nachten en de opkomst van de volkszangers. Wannes Van de Velde, Willem Vermandere en Walter De Buck zorgen voor een folkrage. De Vlaamse rockers maken eind jaren '70 een einde aan de kleinkunstperiode. Op maandag 22 september om 20.40 u.

Chansonnier, troubadour …

Voor er sprake was van de term kleinkunst, zong Vlaanderen schlagers en smartlappen. Tot diep in de jaren vijftig trok het volk massaal naar revues en ‘bonte avonden’. Op zoek naar het betere lied kijkt Will Ferdy over de grens. Geïnspireerd door het Franse chanson wordt hij de pionier van het luisterlied in Vlaanderen. Ferdy wordt snel gevolgd door een eerste generatie zangers die zijn gitaar stemt naar het voorbeeld van de troubadour bij uitstek: George Brassens. Tot die eerste generatie horen Kor Van der Gooten, Miel Cools en Hugo Raspoet.

Halverwege de jaren zestig wordt Bob Dylan het rolmodel van een nieuwe generatie kleinkunstenaars, met Jan De Wilde op kop. De Wilde ontpopt zich als een a-typisch performer. Legendarisch is zijn stunteligheid op het podium. Die stunteligheid inspireert Urbanus, wiens plezante bindteksten het meer en meer overnemen van z’n liedjes. Ook de Nederlandse cabaretiers overspoelen ons land. Want Vlaanderen kijkt op naar de liedjes en de teksten van Boudewijn de Groot, Ramses Shaffy en Liesbeth List.

Flower-power en protest

Eind jaren ‘60 komt de jeugd wereldwijd in opstand tegen het gezag van kerk en staat. De flower-powerbeweging pleit voor bloemen in plaats van bommen. En ook Vlaanderen revolteert - zij het met enige vertraging. De kleinkunst surft mee op de golf van het protest. Miek en Roel worden een razend populair duo in Vlaanderen.

In 1970 bereikt de kleinkunst in Vlaanderen een hoogtepunt. Met zijn eerste elpee De zotte morgen scoort Zjef Vanuytsel een ongekend succes. De eerste Nekka-nachten begin jaren ‘70 lokken massaal publiek naar het Antwerpse sportpaleis.

Een huis met vele kamers

Maar kleinkunst is een huis met vele kamers. Tegelijk met de kleinkunstrage maken eind jaren ‘60 de volkszangers furore. Pionier is Wannes Van de Velde. Samen met Willem Vermandere en Walter de Buck zorgde hij voor een ware folkrage in Vlaanderen. Ivan Heylen bracht dan weer iets helemaal anders. Anders dan de meer klassieke kleinkunstenaars brulde hij z’n boodschap. Zijn liedjes De werkmens en De wilde boerendochter werden megahits in Vlaanderen en Nederland.

Overstemd

Maar dan laat een nieuwe generatie de gitaren loeien en introduceert Johan Verminnen de polderpop. Vlaanderen brult mee met Vlaamse rockers zoals Raymond Van het Groenewoud en Kris de Bruyne. Eind jaren ’70 is de kleinkunstrage voorbij. De ringbaarden zijn afgeschoren, het luisterlied overstemd door decibels.

Belpop schetst niet alleen de evolutie van de kleinkunst, het programma vertelt ook het verhaal achter sommige van de mooiste klassiekers uit het genre: ‘Helena’ van Hugo Raspoet, ‘Daar is de lente’ van Jan de Wilde, ‘De zotte morgen’ van Zjef Vanuytsel, ‘Zwartbergblues’ van Miek en Roel.

Met getuigenissen van: Will Ferdy, Boudewijn de Groot, Della Bossiers, Hans Kusters, Frans Ieven, Urbanus, Ivan Heylen, Miel Cools, Hugo Raspoet, Jan de Wilde, Kris de Bruyne, Miek en Roel, Herman de Wit, Willem Vermandere, Zjef Vanuytsel

Krijg het laatste FrontView Magazine nieuws in je Facebook nieuwsoverzicht:

Meer over